Verpleegkunde & Psychiatrie richt zich op de dagelijkse praktijk van de verpleegkundige in de GGz. Verpleging en begeleiding van cliënten komen aan bod, de ervaring van de cliënten zelf, de rol van familie en vrienden, en de positie van verpleegkundigen in een multidisciplinair team. Verpleegkunde en Psychiatrie is er voor verpleegkundigen die willen werken vanuit de herstelvisie en die de gezonde kant van de kant van de cliënt willen versterken. Wetenschappelijke kennis komt hierbij van pas, maar de ervaring van alle betrokkenen staat voorop.

De Familie

De patiënt is het middelpunt van de behandeling. Alles draait om de patiënt: zijn zorgen en makken, zijn wensen en behoeften, zijn doelen, zijn gemoedstoestand, zijn medicatie, zijn strijd met de buitenwereld, zijn eetpatroon en zijn hygiëne.

Als verpleegkundige heb ik geleerd autonomie, zingeving en kwaliteit van leven hoog in het vaandel te hebben. Van de patiënt wel te verstaan. En de familie? Tja, die zijn er wel maar goed. De familie is toch vaak de oorzaak van veel problemen thuis van de patiënt? Een bron van onrust voor mijn patiënt. Iets waar tegen de patiënt maar beter beschermd kan worden toch? De familie heeft toch helemaal geen verstand van psychiatrische ziekten. Anti-psychotica, lithiumdepots, de BOPZ, het PGB, de HKZ, G schema's, CGT, IPT en natuurlijk de verbeterde DSM V?!

Nee, de familie zijn maar een paar vervelende bemoeials die nauwelijks serieus te nemen zijn. En dan willen ze nog meepraten ook! Over de behandeling en over beslissingen die alleen de patiënt en ons aangaan. Wij zorgen er wel voor dat u vader, moeder, broer of zus weer na een jaar beter is. Daarna mag u hem weer hebben! De patiënt is nu voor ons hoor, wij worden ervoor betaald. Maar u houdt van u zoon? Ah, dat zal hij fijn vinden om te horen als u op bezoekavond komt. Maar wel aan de bezoektijden houden hoor! U kent de patiënt al zijn hele leven? Ja, maar hij is nu toch heel anders? Zeg nou zelf: heeft hij ooit over zelfdoding gepraat met u? Nee, die onderwerpen kunnen maar beter met een professional besproken worden, dat is veel te belangrijk.

Je hebt dan nu de vermaatschappelijking en rehabilitatie waarbij de patiënt weer terug gaat naar waar hij ooit vandaan is gekomen. Hierbij wordt de patiënt weer hoop geboden door langzaam terug te keren naar de rollen die de patiënt ooit vervulde. Je gaat samen met de patiënt levenswensen en doelen opstellen op het gebied van leren, wonen, sociale contacten en recreëren. Het is een mooie manier van hulp verlenen want is het goed is zie je iemand helemaal opbloeien. Wel met pieken en dalen maar veel komen er uiteindelijk wel.

Vooral de sociale contacten zijn voor veel patiënten van groot belang. Vereenzaming ligt op de loer en veel patiënten geven aan dat hun leven veel beter of dragelijker zou zijn met een paar mensen om leuke dingen mee te doen of gewoon om mee te kletsen. Tevens is dit voor de hulpverlener ook een groot punt van aandacht. We noemen het een steunsysteem, wat in feite gewoon een paar mensen zijn die er voor de patiënt willen zijn. Een steun voor de patiënt op goed en slechte dagen. Maar hoe kan ik mijn patiënt daar nu bij helpen? Een blik vrienden opentrekken is lastig, en zomaar een onbekende aanschieten kan ook niet. Het moet iemand zijn die er onvoorwaardelijk voor de patiënt wil zijn. Iemand die van de patiënt houdt of gaat houden als mens en hem eens niet ziet als die depressieve patiënt met die suïcidale gedachten. En als het dan iemand is die de patiënt al wat langer kent zou het helemaal geweldig zijn. Maar goed, waar haal ik nu in hemelsnaam zulke mensen vandaan.................?